
WMO 2015: hoe, wat, waar?
De richtlijnen en regels voor hulp uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn sinds kort veranderd. Zo ligt er nu een verantwoordelijke taak op het bordje van de gemeenten, maar wat betekent dat voor u?
De richtlijnen en regels voor hulp uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn sinds kort veranderd. Zo ligt er nu een verantwoordelijke taak op het bordje van de gemeenten, maar wat betekent dat voor u?
Vanaf 2015 voeren gemeenten taken uit die voorheen nog onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vielen. Gemeenten moeten er dus voor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, al dan niet via de Wmo 2015. met andere woorden: gemeenten moeten mensen die niet op eigen krachten zelfredzaam zijn ondersteunen. Daarbij kunt u denken aan:
Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier, zoals via het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen voor sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.
Heeft u een hulpmiddel nodig om thuis zelfstandig te kunnen blijven wonen? Of een hulpmiddel om u binnen en buitenshuis goed te kunnen verplaatsen> Deze hulpmiddelen, zoals een rolstoel, traplift of elektrische deuropener, krijgt u van de gemeente, veelal vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Voor meer informatie kunt u terecht bij het Wmo-loket van uw gemeente, zoals:
Bureau Wmo-voorzieningen
Archipelweg 111 Leeuwarden
Telefoon 088 – 101 17 00
Mail: fryslan@mozaak.nl
Of vraag digitaal een Wmo-voorziening aan via: http://www.leeuwarden.nl/artikel/2010/wmo